Recensies
Dominque Ampe is in 1944 geboren te Ukkel, als oudste zoon in een gezin van dertien kinderen. Zijn vader is Apotheker te Mortsel voor wie perfectionisme en gedrevenheid voor zijn vak karakteristiek zijn. De opvoeding is streng en puriteins. De behoefte om te krabbelen en te tekenen is reeds vroeg aanwezig. Als driejarig kind kruipt hij onder tafel, een veilige schuilplaats om te tekenen, opdat zijn vader dat niet zal zien. Als een van de vele kinderen uit zijn tijd, de tijd van het rijke roomse leven, bezoekt hij een kostschool bij de paters Jezuieten te Antwerpen. Naaktheid is thuis een absoluut taboe. Spreken over het verlangen om kunstenaar te worden ook. Hij besluit om architect te worden, in de ogen van zijn vader een eerbaar beroep. Apotheker, arts of geestelijke zou mooier zijn geweest, maar architect worden biedt in ieder geval een beter perspectief dan het kunstenaarschap. Hij gaat naar het Sint Lucas Instituut te Brussel en na drie jaar kiest hij de richting Beeldende Kunst. Na zijn studie vestigt hij zich in het Begijnhof te Mechelen. Hij is achtereenvolgens docent aan het Sint Lucas Instituut Te Brussel en de Karel De Grote Hogeschool te Antwerpen, en sinds jaren docent aan de Avans Hogeschool Academie Sint Joost, te Breda. Ton Neijenhof, Roosendaal (NL)
Het beeldende oeuvre van Dominique Ampe is een totaalbelevenis. Dit betekent dat hij de volledige gamma van het menselijk wezen bestrijkt en uitbeeldt, maar ook dat hij daarbij alle beschikbare middelen gebruikt die inherent zijn aan het tekenen en aan het schilderen. Herinneringen en genot, weemoed en zinnelijkheid, emotie en discipline, droom en werkelijkheid, nostalgie en een heldere omschrijving van wezens en dingen, worden uitgebeeld met schriftuur en kleur, met toetsen en al dan niet reële collage-elementen, met woord en beeld, met suggestie en duidelijke omschrijving, met leegte die spreekt, en objecten die doen mijmeren. Hugo Brutin, Oostende (B)
Dominique Ampe tekent de tijd in kromme lijnen die hun weg zoeken, hij schildert de ruimte in een steeds herhaalde onvoldaanheid, hij noteert de sporen die een beweging heeft gekrast in een onzichtbare wolk. Hij herhaalt zijn bezwerende formule met telkens licht gewijzigde middelen om het etherische waarmee hij dialogeert te verschalken. Wie kijkt naar het werk van Dominique Ampe wordt de lagen van het bestaan gewaar, treedt binnen in een trompe-l’oeil en treft er zijn eigen schaduw aan. De ogenschijnlijke lege ruimte is bewoond, want de dragers zijn luchtige wezens die beurtelings doel en middel zijn, tastbare realiteit die langs de wanden wegglijdt als men nadert. Dominique Ampe schrijft zijn ervaringen, zijn herinneringen, zijn emoties en melancholie neer zoals een schrijver die schilder is en graficus terzelfdertijd en die vanuit die bevoorrechte stelling zowel het schrijven als het schilderen en het tekenen, als teken en betekenis, als beeld en uitbeelding onthult in hun aarzelende groei en hun gehoorzamen aan de middelen die enthousiast meester en dienaar zijn geworden. Hugo Brutin, Oostende (B)
Het Stille Atelier.Ik herinner mij de tentoonstelling in mei 2001 in het Mechels Cultuur Centrum, waar Dominique Ampe een reeks verlaten, enigszins bevreemdende interieurs toonde. Interieurs, zo eenvoudig als een Japanse haiku. Interieurs ook met een patine over zich. Interieurs, die ontegensprekelijk nog sporen van een vroegere menselijke aanwezigheid droegen : verfspatten op houten vloer, een kindertekening op de muur, een achtergelaten oud tafeltje, maar waaruit op dat moment elke menselijke figuur geweerd was, tenzij dan een vergeten wazig portret tegen de muur. In zijn recente schilderijen is die menselijke figuur wel. Alleen zijn de torsen naakt en is het hoofd veelal verborgen onder een zak of zelfs veranderd in een vis. Een zelfportret is amper herkenbaar en het motief van de handen met gespreide vingers komt herhaaldelijk terug. Stuk voor stuk allusies op een jeugd, waar een strenge katholieke moraal met veel taboes en geheimen heerste, waar gebod en verbod belangrijk waren en waar zeker geen naakt hoorde. Al deze schilderijen zijn dus een weerslag van een herhaalde reflectie op een voor de kunstenaar minder eenvoudig verleden. Het lijkt of Ampe zijn verleden van zich heeft willen afschilderen, als een soort van therapie zelfs. Hij heeft dat op een bijzondere authentieke manier gedaan, met een zekere gestrengheid, dat hij van zijn vader geerfd heeft. In een stijl, die niet aanleunt bij welk-isme ook, tenzij dan het Ampisme. Aldus een ironische kanttekening van de kunstenaar zelf. Kristien Philippe, Antwerpen (B)